Christian Otte
“Gedurende lange tijd drukte mijn werk mijn verwrongen verhouding uit tot de mens, dit evenzo gehate als geliefde wezen, afstotend en aantrekkelijk, angstaanjagend en bewonderenswaardig, in zijn gedragingen en aspiraties. […] Ik was de mens en zijn verbeelding moe geworden, terwijl in mij een liefde opbloeide voor de koe. Heb ik hier toen misschien al een metafoor voorspeld voor een groot deel van de mensheid? De koe geeft alles, alles wordt van haar afgenomen, ze is tot stervens toe vreedzaam – haar blik toont een oneindig verdriet, een diepe nostalgie van een verloren paradijs, uit een ver verleden, toen zij, als gazelle, rende door het grasland met verre horizonten, voor de komst van de mens.” Christian Otte (1943-2005)