De kalender als machtsobject
Een kalender is een systeem voor het markeren van data op basis van de tijd. Het is gebaseerd op de cycli van de maan, de zon en de seizoenen. Maar het is ook een manier om de tijd te begrijpen die de organisatie van de samenleving weerspiegelt. De namen van de maanden en dagen in ons systeem komen overeen met de Juliaanse kalender en het Romeinse Rijk, die Mars op dinsdag vierde, Jupiter op donderdag, Julius Caesar in juli en augustus. de patroonheilige voor elke dag, de nummering van de jaren "na Jezus Christus" of de vrije zondag zijn op hun beurt de sporen van een christelijke toe-eigening. Tijdens het Ancien Régime bestonden er verschillende systemen naast elkaar, tussen de burgerlijke kalender, die de tijd mat, en de liturgische kalender, die het ritme van het jaar aangaf met behulp van rituele activiteiten. Vakanties en niet-werkdagen varieerden van de ene regio tot de andere en van het ene gilde tot het andere, afhankelijk van de te vieren patroonheilige.
De invoering van de Gregoriaanse kalender, ter vervanging van de Juliaanse kalender, op 15 oktober 1582, werd alleen gevolgd door katholieke landen die beweerden zich aan te sluiten bij Rome. Het doel was om de fouten van de Juliaanse kalender te compenseren, d.w.z. het wegwerken van 10 overtollige dagen, maar vooral om de verschuiving van de datum van Pasen (de zondag na de eerste maan van de lente-equinox), die naar de wintermaanden verschoof, tegen te gaan. Protestantse landen en sommige orthodoxe landen zullen de Gregoriaanse kalender pas laat gaan gebruiken.
In Frankrijk werd in 1793 de Gregoriaanse kalender vervangen door de republikeinse kalender. De dagen die erop staan zijn niet langer gewijd aan heiligen, maar aan lokale producten: radijs, bijen, kastanje, onkruid, enz. Bovendien nemen de weken de naam van het decennium aan en hebben de maanden namen die betrekking hebben op de seizoenen: brumaire (nevelmaand), floréal (bloemenmaand), nivôse (sneeuwmaand), pluviôse (regenmaand), germinal (kiemmaand), thermidor (warmtemaand), prairial (weidemaand), enz. Het doel van deze kalender is heel eenvoudig: het tenietdoen van de christelijke riten. Napoleon besloot de kalender in september 1805 af te schaffen en de Gregoriaanse kalender op 1 januari 1806 opnieuw in te voeren.
Onafhankelijk België hield de Gregoriaanse kalender aan, met nieuwe festivals die verband houden met de heersende ontkerkelijking. De nationale wetgevingen proberen de controle over de kalender uit de kerk te halen, ook al betekent dat dat er nieuwe festiviteiten moeten worden geïntegreerd. Toch is het religieuze karakter van de Gregoriaanse kalender nog steeds sterk aanwezig, zoals op de Koningsdag, vastgelegd in 1866, of op de Nationale Feestdag, vastgelegd in 1890.
Fotobijschrift :
Dubbele Kabinetalmanak voor het jaar 1797. Jaren V en VI, Luik, verschenen bij De Boubers, [1797].
Bibliothèque Ulysse Capitaine, Kalender 104