Geschiedenis van het museum
Het Grand Curtius dat in maart 2009, na een jarenlange verbouwing, voor het publiek geopend werd, is gelegen in het historisch hart van Luik aan de oever van de Maas. Het is een van de belangrijkste centra onder de Luikse musea. Dit museumcomplex – opgezet rondom een gebouw uit de Maaslandse Renaissance, dat eind 16de - begin 17de eeuw gebouwd werd voor Jean de Corte, alias Curtius, een rijke handelaar in wapens en buskruit – beslaat meer dan 5000 m², en herbergt een uitzonderlijke verzameling collecties op het gebied van kunst en geschiedenis. Het Curtiuspaleis opgetrokken in rode baksteen en stenen uit de Maas en voorzien van mascarons, is geklasseerd als buitengewoon erfgoed van Wallonië, waarvan het op prachtige wijze de kleuren draagt.
De gebouwen
Het Palais Curtius, dat zijn naam heeft gegeven aan het museum, is het meest in het oog springende gebouw van het complex. Het dankt zijn naam aan een van de rijkste mannen van de stad, Jean de Corte (1551-1628), die zijn naam had gelatiniseerd in Jean Curtius. In die tijd maakte het gebouw deel uit van een zeer omvangrijk gebouwencomplex, dat naast het ‘paleis’, dat als gastenverblijf en magazijn werd gebruikt, de daadwerkelijke woning van de familie omvatte, gelegen in de Féronstrée, evenals een zeer groot aantal gemeenschappelijke gebouwen, met daarin slaapplaatsen voor het huispersoneel, stallen, een galerij en een tuin waarvan de pracht en praal al notoir waren in de 17de eeuw.