Dit opmerkelijke portret, dat in 1607 werd uitgevoerd door Jean Wiricx (ca. 1549 – ca. 1618), is de enige bekende afbeelding van Jean Curtius (Luik 1551 - Leganez 1628). Hij is afgebeeld op de klassieke wijze uit die tijd, als buste en gekleed in luxe kledij. In de legenda staan al zijn titels en wordt zijn leeftijd aangegeven (56 jaar). Aan weerszijden van de medaillon, staan de wapens van de familie de Corte (de naam, zoals gebruikelijk in die tijd, gelatiniseerd in Curtius) met een beeltenis van sint Michaël dat verwijst naar het schild van zijn voormalige etablissementen.
Jean Curtius was namelijk een rijke koopman, een poorter uit Luik, maar afkomstig uit een familie van Brabantse oorsprong. Met zijn echtgenote Pétronille de Braaz, zou hij vier kinderen krijgen, uitsluitend zonen. Hij is ook degene wiens aanzienlijke fortuin, een ‘Luikse croesus’, aan de basis ligt van de opmerkelijke gebouwen waarin het grootste deel van het museum met zijn naam vandaag de dag gehuisvest is. Deze zijn het meest markante teken van zijn sociale en financiële succes. Hij koopt het terrein in 1595 voor 3.000 florijnen, rond 1597 wordt aangevangen met de werkzaamheden, die rond 1605 zullen zijn voltooid De kosten hiervan lopen op tot 140.000 florijnen! De haarden die zich nog steeds op de begane grond en de eerste etage bevinden zijn voorzien van data, respectievelijk 1603 en 1604.
Nadat hij rijkdom had vergaard in zijn eigen land, hoofdzakelijk via handel in wapens en buskruit, richtte Curtius zich tegen het eind van zijn leven (1617) op Spanje, waar hij een tiental jaar lang nieuwe ondernemingen opzette op het gebied van metaalbewerking. Hij overlijdt daar op 13 juli 1628 en zijn lichaam wordt teruggebracht naar Luik om bijgezet te worden in het graf van zijn in 1603 overleden vrouw bij het klooster van de Capucins de Hocheporte, waarvan hij de belangrijkste weldoener was.