Tijdens de jaren ‘30 nam het gebruik van geweren met boven elkaar gemonteerde lopen toe. In 1926, kort voor zijn dood in België, had de Amerikaanse uitvinder John M. Browning het eerste wapen van dit type ontwikkeld voor industriële productie. Deze Browning met dubbele loop boven elkaar en afgeleide modellen werden vanaf dat moment geproduceerd door de FN van Herstal en Groep.
Van 20 mei tot 31 augustus 1939, werd in de ‘Vurige Stede’ ter gelegenheid van de inauguratie van het Albertkanaal, dat Luik met de haven van Antwerpen verbindt, een grote internationale tentoonstelling gehouden met als thema waterbouw en industrie in het algemeen: de ‘Watertentoonstelling’. De tentoonstelling bestond uit ongeveer 2.500 exposanten, verdeeld over meer dan 50 paviljoens, stroomafwaarts opgesteld in Luik aan beide zijden van de Meuse. Helaas werd de tentoonstelling na drie maanden vroegtijdig afgeblazen vanwege het uitbarsten van de Tweede Wereldoorlog.
Ter illustratie van haar wapenproductie toonde FN hier onder meer dit uitzonderlijke geweer, met een duidelijk moderne signatuur onder invloed van de in die tijd overheersende Art Deco-stijl. De metalen onderdelen zijn van gepolijst staal. De bascule, voorzien van namaaksloten, wordt omgeven door graveerwerk van eenden, fazanten en pauwen, met een decor van parallelle banden samengesteld uit gestyleerde bloemen en krullen. De veiligheidsknop en de openingshendel zijn bewerkt met facetten. Het handvat en de handbeschermer zijn versierd met gedraaide ribbels.
De meester-graveur, Félix Funken, was de oprichter in 1926 van het atelier waar de wapens van de FN werden gegraveerd en waarvan hij aan het hoofd stond , Richard Gérard was een houtmonteur. De originaliteit van dit geweer is vooral te danken aan de harmonie in de algehele samenstelling ervan, een samengaan van beeldhouwwerk en graveerwerk in een modernistische stijl, terwijl in die tijd (en ook nog daarna) de decoratie van jacht- en sportwapens vooral geïnspireerd was op stijlen die in de 19e eeuw gangbaar waren.
