Mauser-geweer model 1935 uit de privécollectie van de Luikse verzetsstrijder Walthère Dewé








De man
Walthère Dewé werd in 1880 geboren in Thier-à-Liège. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werkte hij als ingenieur bij de RTT (Regie voor Telegraaf en Telefoon). Zijn neef, de bekende verzetsstrijder Dieudonné Lambrecht, werd op 18 april 1916 door de Duitsers geëxecuteerd in het Fort de la Chartreuse. Hij gaf de Triple Entente al waardevolle info over Duitse troepenbewegingen, waaronder een waarschuwing voor een aanstaande Duitse aanval op Verdun. In juli 1916 verzamelde Dewé enkele vrienden om zich heen, waaronder de Luikse politiechef Neujean en leden van het Lambrecht-netwerk. Samen richtten ze het netwerk La Dame Blanche op, naar een legende waarin de geest van een witte dame in het stadskasteel van Berlijn verscheen om de dood van een Hohenzollern, de dynastie van de Duitse keizer Wilhelm II, aan te kondigen.
Tegen de zomer van 1917 hadden ze hun netwerk in alle bezette gebieden – inclusief Frankrijk – opgebouwd en via het neutrale Nederland contact gelegd met het Britse War Office. Met 1000 agenten was dit netwerk het grootste en meest legendarische van de Eerste Wereldoorlog. Het sterk gemilitariseerde en afgesloten spionagenetwerk werd door de geheime dienst van Hare Majesteit beschouwd als het veiligste, snelste en meest betrouwbare van het conflict. Vanwege de katholieke oriëntatie werden de leden van La Dame Blanche gevraagd een eed op God af te leggen. Dat leidde soms tot problemen, die gelukkig niet ernstig waren. Het netwerk deed uitstekend werk tot november 1918, het einde van de oorlog.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd Dewé benaderd door de Britse inlichtingendienst om een ‘Belgisch observatiecorps’ op te zetten, vergelijkbaar met de Dame Blanche. Zijn codenaam was Cleveland en zijn registratienummer 99340. Het contact met de Britten werd verbroken tijdens de invasie van mei 1940 tot begin 1941, waarna het netwerk van Dewé, genaamd Clarence, weer in actie kwam en de geallieerden tot aan de bevrijding efficiënt en regelmatig van informatie voorzag. Het uitgesproken katholieke karakter van Clarence zorgde opnieuw voor enige onrust bij sommige verzetsstrijders, die naar andere netwerken overstapten.
De langverwachte bevrijding zal Walthère Dewé helaas niet meemaken (hij brengt de hele oorlog ondergedoken door). Terwijl hij in Elsene is om zijn vriendin Thérèse de Radiguès (een vooraanstaand lid van het Clarence-netwerk en voormalig lid van het Dame Blanche-netwerk) te waarschuwen voor zijn aanstaande arrestatie, komt hij te laat: de SD (Sicherheidsdienst) heeft hem al in het vizier. Hij probeert te vluchten, maar wordt in de Rue de la Brasserie 2 doodgeschoten door een toevallig langskomende Luftwaffe-officier, die de duidelijk verontruste man neerschiet omdat hij niet reageert op zijn bevelen. De nazi's zullen nooit weten wie ze die dag echt hebben neergeschoten. Zonder hun leider blijft Clarence functioneren tot de bevrijding.
Net als zijn neef Dieudonné Lambrecht zo'n 28 jaar eerder, en een van zijn twee dochters, die een paar maanden later in de deportatie omkwam, gaf Waltère Dewé zijn leven, nadat hij iets geweldigs en belangrijks had gedaan voor zijn land en de wereld.
“De zaken waarvoor men niet sterft, zijn de zaken die sterven.” Louis Veuillot
Het wapen
Het Mauser-model 1935 van Walthère Dewé is in 1935 gemaakt door de Manufactures d'Armes de l'Etat (rue Saint Léonard, in Luik, van 1838 tot 1940). Het is een Belgische versie van het beroemde Duitse Mauser-geweer model 1898, waarvan België na de Eerste Wereldoorlog een paar duizend exemplaren kreeg als herstelbetaling.
De Fabrique Nationale d'armes de guerre in Herstal had voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog al duizenden Mauser 1889-geweren gemaakt. Omdat Duitsland in het interbellum geen militaire wapens meer mocht exporteren, besloot België in 1933 om onder andere 60.000 Mauser 98 aan te passen aan de nieuwe puntige munitie model 1930 (7,65 mm) van het leger. Dit nieuwe patroon was veel efficiënter dan de verouderde ronde munitie van de Mauser 89, die in 1914 al achterhaald was. De aldus geproduceerde wapens kregen de naam Mauser 1935 en waren dus omgebouwde Duitse G98's.
Deze ombouw begon eind 1934 en duizenden Mausers, die voortaan “model 1935” werden genoemd, werden in gebruik genomen door de eenheden die het speerpunt vormden van het Belgische leger, te beginnen met de Ardense Jagers en de Grenswielrijders. Na de nederlaag in mei 1940 waren er veel wapens van dit type in omloop in bezet België.
Dit geweer, dat weliswaar in België werd aangepast maar oorspronkelijk door Duitsland werd ontworpen en geproduceerd, werd tegen de troepen van het land van Paul Mauser gebruikt en is een symbool van die verschrikkelijke jaren en een goede afspiegeling van de beroemde Belg die het in zijn bezit had.
Bronnen:
Eric Simon en Franck Vernier, L’Armée belge en mai 1940, Brussel, Editions du Patrimoine Militaire, 2024.
Henri Bernard, Un géant de la Résistance, Walthère Dewé, Brussel, La Renaissance du Livre, 1971.
https://www.1914-1918.be/civil_dieudonne_lambrecht.php - pagina geraadpleegd op 20/09/24
https://www.belgiumwwii.be/belgique-en-guerre/personnes/dewe-walthere.html - pagina geraadpleegd op 20/09/24
Loïc Servais
Conservator van de afdeling Wapens, Grand Curtius
Belgisch verzet
8 mei 2025 – 80e verjaardag van de bevrijding
Tijdens de Eerste Wereldoorlog organiseerden de Belgen vooral netwerken voor inlichtingen en hulp bij ontsnappingen. Het eerste van deze netwerken, La Dame Blanche, ontstond in Luik en werd aanvankelijk geleid door Dieudonné Lambrecht en vanaf 1916 door Walthère Dewé. Tegelijkertijd verschenen er veel ondergrondse publicaties en namen talrijke burgers actief deel aan een vorm van geheime oorlogsvoering.
Na de oorlog begon zich rond het Bastion des Fusillés de la Chartreuse in Luik, de plaats waar patriotten werden gevangengezet of geëxecuteerd, een collectief geheugen te vormen ter ere van de burgerlijke verzetsstrijders.
De invasie van België op 10 mei 1940 was een abrupte schok. Binnen achttien dagen werd het land onderworpen aan buitenlandse autoriteit. Het moest de ideologie en propaganda accepteren, en er werden mensen en middelen gevorderd. De mannen rond Walthère Dewé waren klaar. De oude strijders verenigden zich om nieuwe verzetscellen te vormen.
Verzet kenmerkt zich door het weigeren van gehoorzaamheid. Verzet betekent vooral “NEE” zeggen, zich verzetten tegen een idee of een handeling die een individu of een groep met fysiek of psychologisch geweld probeert op te leggen. Vervolgens gaat het erom argumenten voor het verzet te vinden en een verdediging op gang te brengen.
In de loop van het conflict droegen verschillende gebeurtenissen bij aan de verdere ontwikkeling en intensivering van de verzetsbewegingen:
- het Britse verzet tegen de invasie,
- de aanval op de Sovjet-Unie in juni 1941,
- de invoering van dwangarbeid,
- het collaboratiebeleid,
- de antisemitische pesterijen en de samenstelling van deportatietreinen vanaf 1942.
Geleidelijk aan breidt de ondergrondse beweging zich uit tot gewapende acties.
Er ontstaan vier vormen van verzet:
- spionage en sabotage,
- gewapend verzet,
- burgerlijk verzet,
- ondergrondse pers.
Twee organisaties coördineerden de verzetsbewegingen in Europa: de S.O.E. (Special Operations Executive) in Londen en het door de Gestapo “Rote Kapelle” genoemde netwerk met cellen in Frankrijk, België en Duitsland, dat tegelijkertijd in contact stond met Moskou.
Na de bevrijding zag de Belgische verzetsbeweging zich genoodzaakt haar plaats in een land in wederopbouw opnieuw te definiëren.
Christine Maréchal en Claudine Schloss, historici, vrijwillige conservatoren van de Fonds Patrimoniaux.
Van 22 april tot 23 mei 2025 loopt in het Erfgoedfonds van maandag tot en met vrijdag tussen 14.00 en 17.00 uur een tentoonstelling over de geschiedenis van het verzet in Luik aan de hand van het Koninklijk Monument voor het Verzet. De toegang is gratis. Fonds.patrimoniaux@liege.be
In het kader van deze herdenkingen publiceren Christine Maréchal en Claudine Schloss ook het werk ‘Le Monument National à la Résistance: l'histoire et les missions d'une association royale’(Het Nationaal Monument voor het Verzet: geschiedenis en taken van een koninklijke vereniging). Het boek is vanaf 8 mei 2025 verkrijgbaar bij de Fonds Patrimoniaux.
Video over het voorwerp van de maand
Plaats in de tentoonstelling
De tentoongestelde stukken zijn te zien in de vitrine van het voorwerp van de maand. Inkomhal van het museum Grand Curtius in Luik.
Bijschriften – Copyright Stad Luik – Grand Curtius.