Dit muntstuk van een koperlegering, dat werd geslagen in Rome tussen de herfst en het einde van het jaar 111 na Christus, werd in 1907 ontdekt in Bois-et-Borsu in de provincie Luik. Het maakte vermoedelijk deel uit van de omvangrijke verzameling grafgiften uit een graftombe uit de laatste dertig jaar van de 2de eeuw na Christus, die ontdekt werd onder het koetshuis van een woning door Firmin Hénaux, medewerker van het Luiks Archeologisch Instituut. De legende op de achterkant vermeldt dat Keizer Trajanus (53-117), overwinnaar op de Germanen en de Daciërs, voor de vijfde maal consul, voor de zesde keer wordt benoemd tot consul. Bronzen muntstukken van Trajanus die deze benoeming vermelden zijn zeldzaam, en op de weinige bekende exemplaren is op de schouder een slip van de militaire schoudermantel van de keizer, de paludamentum, te zien. De afwezigheid van dit kledingdetail op ons exemplaar is van grote betekenis: hierdoor geldt dit muntstuk vandaag de dag als een uniek exemplaar!
