Op 28 juni 1717, brengt tsaar Peter de Grote, uitgeput na een lange zwerftocht door Europa en op aanraden van zijn arts een bezoek aan Spa. Hij blijft er één maand. De vorst is zodanig gecharmeerd van dit bronwater, dat hij er zijn bewondering over uitspreekt, niet alleen vanwege de smaak maar ook vanwege de geneeskrachtige werking. Deze waterbron genaamd Pouhon, - van het Waalse ‘pouhi’, dat putten betekent - gelegen in het stadscentrum, werd ‘le Pouhon de Pierre-le-Grand’ (‘De Pouhon van Peter de Grote’) genoemd.
Vandaar dat edelen en gegoede burgerij uit de hele wereld voor een heilzaam verblijf naar de stad Spa en omgeving kwamen, waar meerdere bronnen waren ontdekt. De handel bloeit en deze waardevolle vloeistof is aanleiding tot de ontwikkeling van een speciale fles door de Luikse glasfabrieken in de 17de en 18de eeuw. Het meest originele model heeft een buik in de vorm van een platte veldfles met een lange nauwe hals, zodat deze eenvoudig te vervoeren was voor export en gemakkelijk in de koffers van de klanten paste. Voor een nog betere bescherming werden de flessen voorzien van gevlochten rieten manden. Aangezien ze niet stabiel waren konden ze niet op tafel staan en moesten er holle houders gemaakt worden van gesneden hout, marmer of leisteen, die de flessen en hun inhoud mooi deden uitkomen. Er werden ook standaarden gebruikt, die gemaakt waren van ‘Spahout’. Dit laatste materiaal werd speciaal gebruikt voor het vervaardigen van geschilderde en gelakte kistjes en dozen, die erg in trek waren tussen de 17de tot 19de eeuw. Het hout, meestal esdoorn, werd langdurig in het ijzerhoudende bronwater gelegd alvorens te worden geschilderd. Een aantal kistjes was voorzien van afbeeldingen van diverse bronnen en plaatsen in en rond Spa.