Terwijl ze in augustus 1907 bezig waren met het graven van een geul voor een grote gasleiding, brachten werkmannen in Luik grote delen van de Luikse geschiedenis tot leven, vanaf de moderne tijd tot aan de prehistorie. De openbare werkzaamheden begonnen in de Rue Royale (het huidige Espace Tivoli) om zich vervolgens uit te breiden naar het naburige Sint-Lambertusplein. Gelet op de omvang van de aangetroffen overblijfselen belastte de Stad Luik het Luiks Archeologisch Instituut met het uitvoeren van het onderzoek. Burgerlijk ingenieur Paul Lohest en historicus Eugène Polain begonnen op 17 september, de naamdag van de Heilige Lambertus, met de opgravingen die twee maanden zouden duren en veel toeschouwers trokken, die werden aangetrokken tot deze geïmproviseerde voorstelling. Onder de opgegraven voorwerpen bevonden zich een kleine benen kam, gedeeltelijk gepolijst, daterend van 5300 jaar voor Christus. Dit pottenbakkerswerktuig was multifunctioneel: het schuin afgeslepen einde van de kam diende ongetwijfeld als scalpel bij het bewerken van de keramiek. Het getande gedeelte werd gebruikt om lijntjes te trekken en om stipjes te drukken in de natte klei. De decoratie van fijn aardewerk bestond uit golfjes, spiralen en chevrons.
- Home
- De collecties van het Museum
- Archeologie
- Graven, is teruggaan in de tijd