Vanaf de 15e eeuw poogde men verschillende soorten wapens te combineren in één wapen, meestal een blank wapen met een vuurwapen. Het gaat hier om een instrument voor de drijfjacht, de jachtsport die bij uitstek was voorbehouden aan de aristocratie onder het Ancien Regime. Het werd gebruikt om het door honden opgejaagde gewonde dier te doden. Het bestaat uit een degen met een tweesnijdende kling voorzien van een afneembaar houten heft, voorzien van houtsnijwerk van verstrengelde dieren (honden, konijn, zwijn) en maskers. Dit afneembare heft, vastgehouden door een klingveer aan het begin van de degen, kan los gemaakt worden en op dezelfde manier worden vastgemaakt aan de achterkant van het heft van een musket. Het wordt dus gebruikt als kolf. Daarnaast is het nog voorzien van een uitsnijding bedekt met een schuifklepje om kogels in te bewaren. Het heft van het geweer is met hetzelfde soort houtsnijwerk versierd als het heft van de degen.
De oorsprong van deze wapencombinatie is onbekend. De stijl van het houtsnijwerk doet denken aan een Germaans land Het keurmerk op het slot in de vorm van een klaver is niet geïdentificeerd en de twee gespiegelde halve manen op de kling hoeven niet noodzakelijkerwijs een handtekening te zijn.
Daarentegen is het overduidelijk dat het hier gaat om een zeldzaam voorwerp.
