José Fosty Dessins clandestins du camp de Buchenwald (Illegale tekeningen uit het kamp Buchenwald)
De in 1919 in Dalhem geboren José Fosty was voorbestemd voor een artistieke carrière, maar op 19-jarige leeftijd wordt hij gemobiliseerd. Als hij gewond raakt wordt hij geëvacueerd naar Parijs; tijdens de Belgische capitulatie keert hij terug naar Brussel en sluit hij zich aan bij de Informatiedienst voor verzetsactiviteiten, genaamd ‘Braverie’. Hij distribueert illegale kranten. Hij wordt verraden en in oktober 1942 afgevoerd naar het hoofdkwartier van de Gestapo en vervolgens naar het concentratiekamp Buchenwald, waar hij drie jaar lang weet te overleven, van 1942 tot 1945. Het cultureel verzet wordt georganiseerd rond schilders, muzikanten en dichters. Hij maakt kennis met leden van de Franse communistische partij. Na de oorlog, in Parijs, gaat hij om met Cocteau en Léger. Terug in Visé, wordt hij fabrikant van houten speelgoed en later sorteerder bij de Regie der Posterijen. Hij zet het schilderen voort in de surrealistische stroming. Eind jaren negentig, heeft José Fosty 151 tekeningen, geschetst in potlood op provisorische media, cadeau gedaan aan het Prentencabinet. In Buchenwald heeft de kunstenaar heimelijk honderden gevangenen geschetst, lezend, slapend, schrijvend, rustend of aan het werk; ook bepaalde plaatsen, zoals de wasruimte, de refter, het crematorium en de uitkijktoren. Zijn kampgenoten inspireren hem tot een aantal portretten: tekenaar René Salme, dichter André Verdet, violist Maurice Hewitt. Alleen de schetsen die na september 1944 werden gemaakt zijn bewaard gebleven; zo’n 300 andere werden vernietigd tijdens een bombardement. RR